Het plukken van Appels en Peren.

Appel zijn, afhankelijk van het ras, te oogsten vanaf half augustus tot ongeveer half oktober.

DSC_0063 (Medium)   DSC_0064 (Medium)

Door de appel iets op te tillen en met de duim licht op het breukvlak te duwen, kunt u de appel van de tak scheiden. Een appel die nog niet oogstklaar is, laat niet makkelijk los.

DSC_0062 (Medium)   DSC_0060 (Medium)

Bij onrijpe vruchten is de pittenkleur wit. Bij het rijper worden kleuren deze pitten langzaam bruin tot bruinzwart. Vruchten met bruine of bruinzwarte pitten mogen meestal al geplukt worden.
Bij peren gaat het net zo. Peren zijn, ook weer afhankelijk van de ras, te oogsten vanaf augustus.

DSC_0040 (Medium)   DSC_0043 (Medium)

De peer is de enige vrucht, met de mispel, die nooit boomrijp geplukt mag worden, maar wat eerder. De peren die geplukt worden hebben drie heilige eigenschappen: gaaf, groen en groot.
De ideale bewaartemperatuur voor appels is 4-5 graden.
De ideale bewaartemperatuur voor peren is 0-1 graden.

  DSC_0049 (Medium)

Voor fruit, zoals appels en peren is het van belang dat deze kwetsbare producten niet beschadigen tijdens het sorteren en verwerken
Kwaliteit en smaak vinden we zeer belangrijk, daarom sorteren we en verpakken zelf.

DSC_0056 (Medium)   DSC_0050 (Medium)

Het planten van bomen

Het planten van bomen gebeurt nog niet volautomatisch.

SAM_0313 (Small)

Fruitbomen kan men van de herfst tot de lente planten.

Het plantgat, 40 tot 50 cm diep uitgraven. De jonge boom mag niet dieper geplant worden dan in de boomkwekerij.

SAM_0304 (Small)

Een steunpaal aanbrengen, waaraan je later het boompje kunt bevestigen.

SAM_0311 (Small)

Vervolgens het boompje loodrecht oprichten.
Geef de jonge boom in de eerstkomende dagen en weken voldoende water. Stro, mulch en gemaaid gras op de plantplaats beschermen ook tegen uitdroging.
Let er echter wel op, dat de mulchlaag de stam niet raakt, want dan bestaat er gevaar voor infectie en ziektekiemen.